Het was nog maar gister toen ze de bruine merrie op de markt had gekocht. De merrie, genaamd Star vanwege lichtgele stipjes op haar bovenrug, was een nerveus maar lief paard. Haar eigenaar wilde van haar af omdat ze een aandoening aan haar hoef had en dus geen lange afstanden kon lopen, dus had Sylvan haar voor een goede prijs over kunnen nemen. Sylvan had nooit verwacht dat de nervositeit van de merrie een probleem kon gaan vormen, maar vanavond was het zo ver. Na een simpel geluid van een uil stormde haar merrie er vandoor, Sylvan alleen achterlatend. Ze had nog geprobeerd de merrie in te halen, maar tevergeefs.
Sylvan wist dat ze in de buurt van een mensendorp was en vertikte het daarom haar vleugels uit te slaan. Eenmaal opgevouwen was er namelijk niets te zien aan haar rug, en Sylvan haatte het om een freak gevonden te worden. De vleugels waren een zege, maar soms wilde ze liever normaal zijn. Haar groene ogen speurden de horizon af en al snel zag ze daar huizen verschijnen. Na een tijdje lopen bereikte ze het dorp, maar het dorp leek verlaten. Sylvan zuchtte.. "Is daar iemand?" vroeg ze, door donkere ramen kijkend en zoekend naar enig vorm van leven. Ze had behoefte aan menselijk contact, of contact met een ander wezen, maar het leek erop dat ze dat niet ging vinden in dit dorp..