Fanterria
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.



 
IndexPortalLaatste afbeeldingenZoekenRegistrerenInloggen

 

 {нαllυcιɴαтe}

Ga naar beneden 
AuteurBericht
Charuru
Wezen
Charuru


Aantal berichten : 58
Punten : 5

Over jouw personage
Leeftijd: 19 years.
Groepsleider: I don't interfere with guilds.
Relatie: Che, whatever.

{нαllυcιɴαтe} Empty
BerichtOnderwerp: {нαllυcιɴαтe}   {нαllυcιɴαтe} Icon_minitimevr sep 07, 2012 2:39 am

{нαllυcιɴαтe} Charuru22
Charuru kneep haar oog samen. De zachte, zwarte veertjes van haar pijl streken langs haar wang. Ze zat gehurkt, en de enorme handboog hing maar een klein beetje boven de grond. Het wezentje aan de voet van de heuvel kende Charuru als een Teyken. Een Teyken was een hertje, met schubben en zwarte vleugels. Verder was hij helemaal wit. De ogen van een Teyken konden elke kleur op de wereld zijn. Deze ogen waren scharlaken, net als Charuru’s haar. Charuru verdraaide haar bovenlichaam nog een beetje, en liet de pijl toen los. Met een zachte ploink sprong de pees terug, en de pijl floot in haar weg naar de Teyken. Het beestje keek verstrikt om, en probeerde weg te vliegen. Daardoor raakte Charuru hem bij zijn borst. Het diertje viel op de grond, en spartelde even. Na minder dan tien seconde lag het echter dood op de grond. Dat was gek. Ze zouden nog kunnen leven als ze in hun borst geschoten werden. Charuru liep terug, met de enorme handboog op haar rug. Ze keek even naar het diertje. Het was best schattig. Ze trok de pijl uit de koude schubben, en maakte hem schoon met een lap die niet vies kon worden, en waar de zeep en het water dat erin getrokken was niet meer zou oplosssen. Ze trok een mes uit één van de vele zakjes en tasjes aan haar riem, en sneed de buik in een rechte snee open. Ze pakte twee uittrekbare handschoentjes, en deed ze goed om haar eigen handen. Ze zette haar vingers achter de wond, en trok het buikje open. Charuru zag dat de wond aan de uiteinden begon te helen. Dat was interessant! Je kon dit mannetje dus eigenlijk niet klein krijgen, hij heelde toch altijd! Charuru zette met twee pinnen de wond open en vast. Ze begon met een dun mesje de ingewanden te porren, en ondertussen maakte ze een tekening met een veer die uit zichzelf schreef en tekende. Ze zag dat er drie magen waren, en dat de dunne darmen zich uit de dikke darmen losmaakte, en hun weg door het onderlichaam kronkelde. De darmen waren ook allemaal veel langer, en er was geen blinde darm. Charuru keek gefascineerd naar het lijkje. De veer krabbelde een paar aantekeningen in de hoekjes van het papier, en Charuru verwijderde de pinnen weer. Meteen begon de wond zich te helen. Het diertje zou straks wel bijkomen... Charuru greep de pen vast, en haalde een tweede papier tevoorschijn. Ze legde het onder de schets, en begon te schrijven.

Lieve Norm,
Hoe gaat het met je? Met mij gaat alles prima, het is fijn om weer te moeten jagen, en zielige porties te eten. Maar dat was niet de reden van mijn brief, ik wou je vertellen dat ik een Teyken gevonden heb. Ik weet dat jij daarmee bezig bent, en dat je in Giville geen Teykens hebt. Ik lees je boeken, je hebt een leuk handschrift. Ik heb een schets gemaakt van de ingewanden en al die zooi van zo’n beest. Ze zijn best leuk. Er staan ook nog wat aantekeningen op. Ik hoop dat je er wat mee kunt, Norm! Oh, kijk eens wat we daar hebben. Richard. Laat ik es een geintje met hem uithalen...


Charuru zag het simpele, witte mannetje van papier aan komen zweven. Hij had één rood oog, en één blauw oog, en op zijn bovenlichaam had hij twee strepen, een rode en een blauwe. De armpjes en beentjes krulde op, en het mannetje zweefde in de lucht. Charuru wist dat Richard met dit meneertje alleen kon horen. ’H-hey! Wat is dit?’ vroeg ze met een krakende stem. Ze was goed in stemmen nadoen, en Charuru wist dat Richard erin zou trappen. Ze porde tegen het mannetje aan. ‘Hallo!? Is daar iemand!? Wat ben jij!?’ vroeg ze. Haar stem schoot omhoog, en klonk schril en krakend. Richard zei niks, maar het meneertje vloog voorzichtig achteruit. Charuru schoot in de lach. Haar lach klonk een beetje kakelend, en gemeen. ’Oh, Richard, je bent zo goedgelovig!’ zei ze. Het meneertje vloog weer naar haar toe. ’Je hebt geen humor, Charuru Nightwalker,’ klonk de stem van Richard. Hij klonk een beetje robotachtig en galmend, doordat het mannetje van ontzettend slechte kwaliteit was. ’En?’ vroeg Richard. Hij was boos omdat hij zo makkelijk in de maling genomen was. ‘Nou, ik heb een lidmaatschap aangevraagd, maar ik moet nu wachten, en er word dan beslist of ik lid kan worden. Geduld dus,’ legde Charuru kort uit. ’En geef alles voor die groep, ook als je dingen moet doen die je haat, begrepen?’ zei Richard fel. ‘Che, tuurlijk,’ zei Charuru. Haar stem klonk ongeïnteresseerd. ‘Waarom ben je hier? Ik ben pas vijf dagen weg. Het is echt niet in een weekje gedaan, of zo,’ zei Charuru bot, ’en ik word waarschijnlijk in de gaten gehouden, dus het is niet zo slim van je hier aan te komen zetten.’ Richard zweeg even. ’Je moet weten dat ik jou Grimoire-teken niet weg kan halen, en je moet zorgen dat de leden je ook vertrouwen. Haal een zo hoog mogelijke rang, doe wat missies, desnoods zeg je dat je speciale informatie hebt. Laat niks over Grimoire weten! Je kent ons niet, jij bent brave Charuru met een rothumeur,’ zei hij toen. Het was opvallend dat zijn stem veranderde nu Charuru niet in de buurt was om hem met haar speer te doorboren, maar haar woorden waren meestal ook genoeg. ‘Wát zei jij, kleine viespeuk?’ zei ze fel. Ze porde het mannetje hard. Toen verdween hij. Charuru maakte een gefrustreerd geluid, en keek naar de brief die nog op de grond lag.

Richard denkt nog dat ik een klein kind ben, hij houdt me sowieso in de gaten. Ik kan dit echt wel zelf. Maar ja, dat snapt hij natuurlijk niet. Hou hem een beetje voor me in de gaten, wil je?
Ik zie je wel weer,
Charuru.


Charuru’s enige vriend in Grimoire was Normen Reader. Hij was een beetje een verknipte professor. Zijn haar was grijs, en lag plat op zijn hoofd. Hij had een bleke huid, een rond brilletje dat op zijn lange neus balanceerde en droeg een bruine broek, met een donkergrijs t-shirt met hoge kraag en een witte, viezige labjas. Toch was deze smoezelige man de aardigste man die Charuru ooit ontmoet had. Hij was de enige tegen wie ze niet bot, irritant of dreigend was. Misschien kwam het doordat hij nooit bang was geweest voor het felle meisje. Hij was nooit teruggedeinsd, en had altijd naar haar geglimlacht. Op een dag had ze hem gefrustreerd gevraagd waarom hij niet zoals de andere was. ‘Anders is uniek, ik wil niet saai en gewoon zijn,’ was zijn antwoord toen, en hij had haar een glimlach gezonden. Charuru had toen getwijfeld of hij niet saai was, want ze vond zijn kledingstyle behoorlijk gewoontjes. Sinds dien kwam Charuru altijd naar zijn kamertje op de derde verdieping. Daar dronken ze samen thee, en klaagde ze over de medewerkers. Hij was als een vader voor haar. Nee, meer als een oom. Ze had geen ouders. Zelfs Richard was niet als een verloren vader, of zo. Hij was gewoon Richard, de vieze man die haar ooit meegenomen en opgevoed had. Richard zag haar wel als een dochter, maar eens een viezerik, altijd een viezerik. Charuru’s lichaam was te mooi voor hem om niet te staren. Hij staarde naar iedereen, maar toch iets meer naar Charuru. Zij had hem echter altijd een klap gegeven als ze weer eens merkte dat hij staarde. En dat deed hij nogal vaak. Charuru floot een keer hoog, en nog een keer. Een kleine, sneeuwwitte uil streek vlak voor haar neer. Het was echter niet helemaal een uil. Tot boven zijn vleugels was alles veer, maar daarna liep het over in een zijdezachte vacht. Zijn achterwerk was van een konijn, maar dan met havikklauwen en een lange staart. Het beestje had felrode ogen, en was Charuru’s enige vriend buiten de groep. Hij kon niet praten, maar communiceerde met Charuru doormiddel van telepathie. Charuru had Richard een klap gegeven toen hij dit knaapje wou onderzoeken. Deze was van haar, en daar bleef hij met zijn tengels vanaf. Ze had hem Gruuyk genoemd, omdat dat het wezen was geweest waarop ze samen gejaagd hadden. Charuru wou hem hebben om te onderzoeken, het wezentje had gewoon honger. Ze konden echter goed samenwerken, en uiteindelijk verdeelde ze het karkas. Sinds dien was Gruuyk bij haar gebleven. Hij was er niet altijd, maar als ze riep, kwam hij aanvliegen, met zijn grote, witte vleugels. Gruuyk kraste, en beet zachtjes in Charuru’s vinger. ‘Hallo, kereltje,’ zei ze. Ze rolde het briefje op, en verzegelde het met haar speciale zegel. Daarna bond ze het met een leren touwtje vast aan de poot van Gruuyk. ‘Hij is voor Norm, je weet waar je heen moet,’ zei Charuru. Ze aaide hem even over zijn kop, en met een zachte kras schoot Gruuyk weg. Charuru had hem op zestien jarige leeftijd een nieuwe naam willen geven, maar het mannetje was al zo gewend aan Gruuyk, dat het vertikte naar al haar andere namen te luisteren. Toen had ze het, na een week koppig doorzetten, eindelijk opgegeven, en was zijn naam Gruuyk gebleven. Uiteindelijk was het nog niet eens zo erg geweest. Het krassen van Gruuyk leek erg op zijn naam, alsof hij iedere keer zijn naam kraste. Charuru kon daarom over de vervelende naam kijken. Gruuyks waren waardeloze wezens. Ze waren dom en sloom, maar hun vlees was wel lekker, en als je het kleine gewei raspte, dan werkte ze heel goed voor honger. Op een handje Gruuyk-hoorn kon je twee dagen doen. Dan hoefde je niet te eten of te drinken, dus was het handig op droge plekken. Charuru zag vanuit haar ooghoeken het kleine diertje sprong verschrikt op. De rode ogen keken Charuru angstig aan. Ze siste zacht, en het dier sprong weg, en vloog door de laaghangende takken naar een veiligere plek.

Charuru had een paar uur door het bos gelopen, en haar maag begon koppig te knorren en te kreunen. Uiteindelijk besloot Charuru een korte pauze te houden. Ze ging zitten op een kleine open plek, en zette een paar vallen uit. Daarna ging ze op zoek naar nieuwe kruiden. Charuru kende er veel, en wist van de meeste planten en schorsen en paddestoelen ook wel of ze eetbaar waren, en zo niet, wat er dan met je gebeurde. Ze plukte een paar bladeren met een rode onderkant, die smaak gaven aan vlees. Ook kon je heel goed aardappelen in die bladeren poffen. Tot Charuru’s verbazing vond ze ook een klein groepje paddestoelen die ontzettend lekker en gezond waren. Je moest ze wel goed en gekoeld opbergen, en eigenlijk had Charuru niks wat dingen koel kon houden. Daarom had ze besloten deze paddestoelen samen met wat aardappelen en gezout vlees als lunch te eten. Misschien kon ze nog wat platte broden maken van het meel en het water dat ze had. Je zou die broden vast ook met die bladeren waarmee Charuru aardappelen pofte kunnen opwarmen... Plotseling stuitte ze op stekelige, kleine blaadjes die onder het poeder zaten. Charuru had ervan gehoord in een van de boeken van Norm, maar was vergeten wat ze precies waren. Charuru pijnigde haar hersenen, maar kon er maar niet opkomen. Het zou vast gezond zijn, Norm had er veel over gepraat tijdens de thee. Die lieve man, ze snapte maar niet hoe hij in een illegale groep beland was. Norm praatte nooit over dingen die doodde. Hij praatte alleen maar over goede, interessante dingen. Dus moest dit plantje ook goed zijn. Charuru maakte twee vingers nat door ze even tegen de binnenkant van haar lip te zetten, en drukte ze in het bruine poeder. Ze snoof even. Het rook een beetje bitter. Ze zou niets weten waar het lekker bij zou zijn, dus ze zou waarschijnlijk geen van deze bladeren plukken, maar ze wou wel weten hoe het smaakte. Voorzichtig depte ze de poeder op haar tong. Het smaakte inderdaad bitter. Ze trok haar neus op. En plotseling wist ze weer waarom Norm er zo veel over praatte. Het was niet dodend, het verwekte hallucinaties. Charuru vloekte, en haalde snel een kruik water tevoorschijn. Ze spoelde haar mond twee keer leeg, maar het poeder was sneller geweest. Charuru voelde zich duizelig worden, en ze viel op de grond. Met moeite borg ze de kruik op. Ze stond voorzichtig op, tastend naar waar alles was. Charuru begon alles dubbel te zien. De bomen versperde haar de weg, en als ze haar vinger naar ze uitreikte, hapte ze in haar vingers. Het enige wat steeds door haar hoofd schoot was dat ze terug naar die open plek moest. Daar zou ze zichzelf niet kunnen verwonden.. Met moeite kwam ze daar weer. Ze zakte tegen een boom omlaag, en sloeg haar armen om haar opgetrokken knieeën. Ze zou hier blijven tot ze weer normaal kon lopen of koken...
Words: 2222 :3
Author Comment: Het duurde even voordat ik het einde zo kreeg dat ik precies 2222 woorden had, gihi. Veel leesplezier >3
Terug naar boven Ga naar beneden
 
{нαllυcιɴαтe}
Terug naar boven 
Pagina 1 van 1

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Fanterria :: Fantasonia :: Zielonylas :: Zielony Las-
Ga naar: