Fanterria
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.



 
IndexPortalLaatste afbeeldingenZoekenRegistrerenInloggen

 

 Growth

Ga naar beneden 
2 plaatsers
AuteurBericht
Kirito
Junior
Kirito


Aantal berichten : 59
Punten : 15

Over jouw personage
Leeftijd: 15 Jaar
Groepsleider: X
Relatie: X

Growth Empty
BerichtOnderwerp: Growth   Growth Icon_minitimewo jul 30, 2014 2:18 am



Maanden geleden...
 
Het was een koude dag en de verse sneeuwvlokken van de dag gleden van de lucht naar de al door sneeuw bedekte laag op de grond. De sterke, felle wind sneed langs mijn licht bepakte kleren heen en bedekte mijn rug onder een wit laagje. Hoe erg het weer mij tegen hield met zijn felle uithalen naar mij toe, zelfs zover dat de sneeuw bijna mijn zicht beperkte bleef ik gehurkt zitten. Niets zou mij van deze plek wegjagen, daar was ik zowel te uitgeput als vastberaden en koppig voor. Ik richtte mijn kijkers nogmaals op het lijk recht voor me en bleef de dikke prop in mijn keel voelen. Het lijk lag er maar net en het persoon was bedekt met een dunne laag bevroren bloed bij enkele ledematen. Het was van een donkerblauwharig meisje geweest met twee staarten in, waarvan de uiteinden vastplakten aan het sneeuw onder haar. Het meisje keek echter levenloos, maar doch tevreden richting de donkergrijze lucht boven hem en een spoor van een glimlach zat op haar gezicht met bloed in haar mondhoeken. Het persoon was tevreden gestorven. Het kostte mij ruim tien minuten om te begrijpen dat dit ooit het o zo levendige, soms verlegen meisje geweest was waarmee ik elke pauze in een studiezaal zat te kletsen over onbenullige dingen samen met Masaomi. Nu ik erop terug keek kon ik maar niet begrijpen dat wij drieën ooit een vredig leven leidden. Het leven op Aarde leek zo ver weg, maar bleef een zachte, warme herinnering.  Ik stak voorzichtig mijn hand naar voren en sloot met een vertrokken gezicht de ooit eens zo levendige ogen van Sayonara. Dat leek  mij wel beleefd. De brok in zijn keel kreeg de formaat van een basketbal, zo voelde het althans en al spoedig werden mijn ogen vochtig en rolden de tranen mijn wangen af en kwamen op het zachte sneeuw terecht. Ik kon het maar niet bevatten. Sayonara, mijn beste vriendin was gedood en had klaarblijkelijk haar leven opgegeven tegen de aanval van Hunters. Hoewel, met dat laatste stierf ze als een held voor degene die ze beschermde. Ze werd niet vergeten. Een tweede ronde tranen volgde en ik wendde mijn blik af. Sayonara, toch.
 
Stilletjes schudde ik mijn hoofd. Ik wilde het niet accepteren dat zij eerder stierf dan ik, terwijl zij zoveel sterker was. Een zucht verliet mijn mond, waarna ik haar hand vastgreep. Kippenvel schoot over mijn rug, maar ik liet niet los. Hoe graag ik als jonge tiener haar warme hand wilde vastgrijpen, dit kwam nauwelijks in de buurt. Haar hand was koud en levenloos, zoals de rest van haar lichaam. Ik keek haar aan, zover dat mogelijk was. “W-Wa-Waarom, toch? W-Waarom…?” Bibberde mijn zachte stem door de kou en de brok in mijn keel. Er volgde geen reactie, enkel het harde geruis van de ijskoude wind. “S-Sayonara…” Meer kon ik niet uitkramen. De brok werd te groot en de tranen rolden voor de derde keer over mijn wangen. Nu had ik haar eindelijk gevonden, maar was het veel te laat. Helaas. Met moeite liet ik haar hand los. Mijn eerste liefde was gestorven om iemand te beschermen die haar dierbaar was. Zo dapper was ik geeneens. De enige die overbleef was Masaomi, waarvan ik veel hoorde. Meestal positieve dingen. Hij beschermde ook zijn vrienden, maar was geeneens gestorven. Hij was een overlever vanaf het begin. Dat liet mij enkel nog slechter voelen dan ik al was door nog levend rond te dwalen. Moeizaam hees ik mezelf overeind en liet ik mijn blik nog over haar lijk glijden. “R-Rest in peace, Sayonara,” Zei ik met dezelfde stem als eerder, waarna ik op mijn onderlip beet. Mijn lichaam trilde hevig door de emoties en kou en een plotseling geluid hielp daar niet bij. Iets groots kraakte het sneeuw onder zich totdat het zich pal achter mij bevond. Hoe lang ik hem ook kende, het bleef schrikken om zijn aanwezigheid om mij heen te hebben. Ik liep constant gevaar met hem in de buurt, maar we waren enigszins kameraden. Vreemd genoeg.
 
‘Daarom haat ik mensen met al die emoties van hen. Als ze dat niet hadden waren ze interessanter en sterker geweest.’ Zei de zware stem van de Raiju achter hem. Met een frons draaide Kirito zijn hoofd naar hem toe. De grote blauwe wolf met zijn fel gele ogen die mij nog steeds angst in boezemde. Hij had een verveelde blik in zijn ogen en leek niet te lang hier te willen ronddwalen in de sneeuwstorm. Ik gaf hem ook gelijk daarin, maar ik wilde een gerucht verifiëren. Hoe graag ik een opmerking op de opmerking van de Raiju wilde maken, verliet niets mijn mond en bleef ik hem aanstaren. Het wezen grijnsde vermakelijk en draaide zich om. ‘Tijd om te gaan, mensje. We hebben genoeg andere dingen te doen.’ Ik keek nog een laatste keer achter me naar het lijk van Sayonara die langzaam werd bedekt met een dikke laag sneeuw. En een tel dacht hij iets bij haar te zien, een lichtgevend bolletje die een weg baande naar de lucht. Of het maar verbeelding was of realiteit, kon ik niet weten. De Raiju maakte met een diepe grom duidelijk dat het tijd was om verder te reizen, hier hadden ze immers niets meer te zoeken. Ik knikte zwijgzaam en sprintte naar hem toe. We hadden nog een missie. Het enigste wat mij in zijn bijzijn in leven hield.

Heden...

‘Ik heb je beter zien stoten, kom op!’ Snauwde de Raiju, terwijl hij vanachter de boom toekeek. Weer gaf ik een aantal uithalen met mijn vuisten tegen de boomstam, maar de deuken die na al die keren waren ontstaan werden er niet dieper op. Van frustratie trok ik mijn arm dieper in en gaf een iets betere stoot en zag zowaar stukjes hout langs vliegen.  Het was mij gelukt! Ik was goed op weg, maar in die stoot had ik teveel energie gebruikt en spoedig bonkte mijn arm. De Raiju keek zwijgend toe en liep op de stam af om mijn resultaat grondig te bekijken. Met mijn niet bonzende arm greep ik de ander vast en keek ik naar het gezicht van hem. Het was moeilijk om iets van een duidelijke emotie of gedachte bij hem op te sporen en zo ook nu. Toch probeerde ik het. Toen ik dacht weer iets gezien te hebben, keek hij mij weer recht aan. Oh, hier komt het! Direct hield ik mijn armen gebogen voor mij, zoals een bokser op televisie zou doen. Nu zou hij een felle uithaal geven met zijn poten en mij brandwonden bezorgen. Zo liet hij zien dat hij ontevreden was en maar zelden bleef het bij een simpele uithaal. Deze houding had ik mezelf aangeleerd om de schade te beperken. Ik spande mijn spieren direct aan, maar kon deze direct weer ontspannen.
 
De grote blauwe wolf verroerde zich amper, buiten zijn neusgaten. Verward keek ik hem aan, maar hield ik mijn houding vast. Ging hij misschien deze keer voor een verassingsaanval? De seconden erna gebeurde er niets en kon ik concluderen dat hij echt niets zou doen. Anders had hij het letterlijk bliksemsnel uitgevoerd. Ik liet mijn armen langs mijn lichaam hangen en ontmoette zijn blik. ‘Het was niet slecht.. joch,’ Zei hij vol tegenzin, waarna hij tegen de boomstam aan ging liggen met zijn poten over elkaar heen. Ik kon het amper bevatten dat mijn resultaat eindelijk aan zijn verwachtingen werd voldaan. Ik kon het niet helpen dan breed te glimlachen en haast als een klein kind op en neer te springen. “Yeah!” Kramde ik vrolijk uit, terwijl het enthousiaste gevoel door mijn borstkas kroop en bezit nam van de rest van mijn lichaam. Dit was al een hele overwinning voor mij. De eerste keer dat hij tevreden was na al die maanden training. Ik moest toegeven dat mijn spiermassa toegenomen was en daarbij dus ook mijn kracht en uithoudingsvermogen. In het begin was het maar moeizaam om er gewend aan te raken met al die heftige oefeningen en druk die de Raiju op mij uitoefende. Echter werkte het uit en leek mijn lichaam er na een paar weken gewend aan te zijn. Hij had aan zijn belofte gehouden om mij sterker te maken en al helemaal voor die missie. Ik balde mijn vuisten en sloeg ze in de lucht bij elke sprong dat ik maakte. De Raiju snoof luid mijn kant op en al spoedig stopte ik met mijn apengedrag. Licht ongemakkelijk sloeg ik mijn armen achter mijn rug. “Sorry, hehehe…” Excuseerde ik me, waarop het wezen wegkeek en zijn ogen sloot.
 

In een tel besloot ik maar ook te gaan rusten, het was al middag en een dutje kon geen kwaad. Ik nam plaats aan een andere boomstam, tegenover de Raiju en sloeg mijn ogen neer. Mijn spieren deden pijn en mijn benen trilde, maar ik was het echt na al die maanden gewend geraakt. Het hoorde er eenmaal bij. Het zwakke jongetje was sterker geworden. Eindelijk, hoewel ik moest toegeven dat ik nog na al die tijd heel naïef was om te denken dat ik ooit weer naar de Aarde kon terugkeren en in mijn oude leven binnen kon stappen. Ik zou school volgen, practica met tegenzin uitvoeren en in de pauze met Masaomi en Sayonara kletsen over koeitjes en kalfjes, terwijl de bruggers langs zouden rennen en de oudere scholieren spraken over hun toekomstige studies die ze zouden gaan volgen. Ik dompelde langzaam steeds dieper en dieper in mijn slaap. De pijn en getril, de geluiden van het natuur, mijn eigen gedachten vaagden weg en maakten plaats voor een pikzwarte kleur en een haast eeuwig durende stilte.
Terug naar boven Ga naar beneden
Adiran
Wezen
Adiran


Aantal berichten : 6
Punten : 4

Over jouw personage
Leeftijd: Young adult
Groepsleider: This guy right here.
Relatie: I still miss my ex... but my aim is getting better!

Growth Empty
BerichtOnderwerp: Re: Growth   Growth Icon_minitimezo aug 03, 2014 7:30 am

Met zijn scherpe, niet volledig tandeloze bek scheurde de witte draak de achterkant van het nog warme kadaver dat ooit het lichaam geweest was van een eenzame kirin. Het dier slikte het vlees in één keer in met groot gemak en likte vervolgens de rand van zijn bek af. Voordat hij zich tegoed deed aan de andere helft van zijn maaltijd rukte hij de hoorn van de kirin eraf om te voorkomen dat hij daarin zou stikken. Zodra hij de hoorn had weggesmeten at hij de rest van het lijk op, waardoor hij weer verzadigd was en niet meer verder op jacht hoefde. Adiran had een aantal minuten eerder zelf de kirin gedood, wat vrij gemakkelijk ging omdat het wezen al gewond was aan zijn schouder. Met een simpele beet had de draak zijn prooi weten te doden en een makkelijke jacht was altijd wel fijn voor een roofdier. Hij likte nog even een paar restjes op van de grond, waarna hij zijn hoofd weer van de grond ophief en luid geeuwde. Ondanks dat de jacht van vandaag gemakkelijk geweest was, had hij daarvoor al urenlang gevlogen, wat hem best moe gemaakt had. Adiran zag het niet zitten om in dit open veld te liggen slapen, zeker niet met de zon die nog volop scheen. Zijn blik gleed naar het schaduwrijke bos naast hem. Daar zou het frisser zijn dan hier, dus de keuze was voor de draak snel gemaakt: hij zou het bos ingaan om daar wat uit te rusten en af te koelen.

Het kostte wat moeite, maar het lukte Adiran om weer wat te wennen aan zijn houding op het land en het bos in te kruipen. Hoe vaak hij het ook deed, het bleef oncomfortabel om zich over het land te verplaatsen. Hij kon zijn vleugels niet zomaar opvouwen, zoals een vogel zou doen, dus hij was genoodzaakt om te leunen op zijn vleugels en deze als veel te grote voorpoten te gebruiken. Vliegen was geen optie in het bos, daarvoor was zijn spanwijdte gewoonweg veel te groot. Zwemmen was al helemaal uitgesloten met de ondiepe beekjes waar Adiran met gemak overheen zou kunnen stappen. Om te zwemmen had hij brede en diepen meren en rivieren nodig en die waren hier nergens te bekennen. De draak liep minutenlang wat doelloos door het bos, tot hij een plek zag waar wat minder bomen stonden en waar hij dus comfortabel kon liggen zonder zich in vreemde bochten te moeten wringen om niet half op een boom te liggen. Toen hij wat dichterbij gekomen was, merkte hij nog twee andere wezens op die aan het rusten waren, leunend tegen een paar boomstammen. Hij keek van het ene wezen naar de ander en concludeerde dat het een mens en een raiju waren. Twee compleet verschillende wezens die vredig in elkaars buurt sliepen, dat kwam hij ook niet elke dag tegen. Adiran kwam nog wat naar voren en begon zich wat te installeren. “Wat gezelschap kan nooit wat kwaad,” zei hij vriendelijk. Zijn stem had duidelijk een zangerige toon, waar hij niets aan kon doen. De enige manier waarop hij de taal had geleerd was door gezang van zeemeerminnen en -mannen. Hij was er zelf wel van bewust dat zijn stem zo klonk, maar eigenlijk vond hij het wel prima zo. Het was in ieder geval zo dat hij er nog nooit klachten over gekregen had, voor zover hij wist. “Je hoeft niet bang te zijn, ik heb net nog gegeten,” deelde hij nog mee, voor het geval dat de mens en de raiju hem als een bedreiging zouden zien. Zoals hij al had gezegd: hij had al gegeten, dus hij vormde op dit moment geen gevaar voor de andere twee wezens. Tenzij ze hem als een prooi zouden beschouwen, waar Adiran niet meteen aan dacht.
Terug naar boven Ga naar beneden
Kirito
Junior
Kirito


Aantal berichten : 59
Punten : 15

Over jouw personage
Leeftijd: 15 Jaar
Groepsleider: X
Relatie: X

Growth Empty
BerichtOnderwerp: Re: Growth   Growth Icon_minitimewo aug 06, 2014 10:21 pm


Iets ritselde in de dichte struiken die achter de boom zaten waaraan ik rustte en wekte mij uit mijn slaap. Traag opende ik mijn ogen, maar besloot ik maar niet te bewegen, gezien ik de oorsprong van het geluid niet kende. Het kon misschien een jonge draak zijn die uit nieuwsgierigheid dicht gekropen was of een ander zwak organisme. Geen enkel ander organisme zou zijn aanwezigheid bekend maken voordat deze aanviel. Vreemder was dat een mens blijkbaar de prooi zou zijn, terwijl draken meestal vredig met mensen konden omgaan, maar dan nog waren niet alle individuen zo en kon het een ander organisme zijn. Nu ik toch nog niet wist welke organisme het was, gezien deze uit mijn kant kwam, keek ik recht naar voren waar de Raiju inmiddels al opgestaan was en zijn oren plat tegen zijn kop gehouden had. Ik zocht zijn blik en toen ik die gevonden had schraapte hij met zijn poot een lijn voor zich; het teken van de draak. Het verbaasde mij niet om in Notoko een draak tegen te komen, dit was immers hun leefgebied, maar waren ze niet schuwer dan dat? Welke draak zou nou een mens én Raiju willen benaderen, al waren ze een moment geleden vredig en zwak aan het slapen. Ik besloot maar niets te doen en rustig af te wachten, voordat de draak zichzelf zou laten zien en bleef in de weerspiegeling van de Raiju’s ogen staren om een glimp van de draak op te vangen. Veel zag ik helaas niet, enkel een wazige, witte verschijning. Toen weerklonk een stem, duidelijk van de draak afkomstig die… zangerig klonk? Waren zeemeerminnen niet de organismen die zangerig boodschappen gaven? De stem klonk in ieder geval vriendelijk, maar door de zenuwen wist ik net de woorden niet te horen in zijn zin. Toen kon ik eindelijk de grote gestalte van de draak aanschouwen en kon ik concluderen dat het om een vrij jong exemplaar ging en een absurd uitziende. Er was veel variatie onder de draken, maar alsnog meende ik zulke nog nooit gezien te hebben; donkerblauwe stekels op de staart, bij de ogen en op de rug en handvormige vleugels. Ik stond perplex bij de uiterlijk van de draak, totdat ik de ogen had ontmoet van het organisme die bruinig leken te zijn en vrolijk terugkeken, haast alsof het  binnenlopen van een plaats met een Raiju en een mens of überhaupt elk ander wezen, normaal was.
 

Direct wist ik te kalmeren door een enkele blik. Dit was geen onrustsstoker, maar een puur sympathieke draak. Het was nog steeds alles behalve slim om een draak blindelings te vertrouwen of zelfs maar een mens, zolang je die niet goed kende. Ik bleef op mijn hoede, maar kwam wel overeind waarna mijn blik naar de Raiju gleed. Nu was ik benieuwd wat in hem omging, zag hij hetzelfde als wat ik gezien had, of niet? De Raiju gromde en liet zijn tanden aan de draak zien. Nee, hij had het niet gezien. Ik sloeg een zucht, maar kon niet bevatten dat de Raiju de blik van de draak niet had weten op te vangen, of had hij dat wel, maar zag hij toch de draak liever als een vijand? Voor de zekerheid voegde ik me bij de Raiju, zo snel als ik maar kon en ging ik naast hem staan in plaats van achter hem. De draak deed echter amper iets en besloot na een tel weer zangerig iets uit te kramen. ‘Je hoeft niet bang te zijn, ik heb net nog gegeten,’ zong de draak, maar het maakte mij niet veel geruster op. Ik spande mijn spieren alsnog aan, maar voelde dat mijn lichaam teveel trilde van de zenuwen en inspanning om echt van dienst te zijn. De Raiju echter was altijd klaar om zichzelf te verdedigen. Ik besloot het woord maar te nemen, gezien de Raiju enkel maar bleef grommen en heel misschien steeds rustiger werd. “Ik wil ook niet als voer eindigen, draak,” Kwam er eerder mompelend dan luid uit, waarop de Raiju met een scherpe blik mijn kant opkeek, ‘stop met die onzin!’. Ik slikte door zijn blik en ontspande mijn gespannen houding meer, hoewel mijn hart in mijn keel bleef kloppen. “Als je ons niet aanvalt, doen wij jou ook niets. Gesnopen?” Hier was de Raiju mee eens, hij gaf geen blik. Alsnog had ik nog het gevoel dat deze draak niet in de intentie was om ons iets aan te doen, maar ik wilde er niet aan toegeven. Ik wilde nog lang niet sterven.
Terug naar boven Ga naar beneden
Adiran
Wezen
Adiran


Aantal berichten : 6
Punten : 4

Over jouw personage
Leeftijd: Young adult
Groepsleider: This guy right here.
Relatie: I still miss my ex... but my aim is getting better!

Growth Empty
BerichtOnderwerp: Re: Growth   Growth Icon_minitimedo aug 07, 2014 10:31 pm

Het was Adiran niet ontgaan dat de mens hem had aangekeken, waardoor deze wat leek te kalmeren. De draak was blij dat de jongen in ieder geval niet echt bang meer voor hem was, maar de raiju keek juist allesbehalve vriendelijk naar hem en gromde daar ook nog eens bij. De jongen liep naar de blauwe wolf toe en ging naast hem staan, waar Adiran uit opmaakte dat de twee elkaar al een tijdje kenden. Nadat hij had gezegd dat hij hen geen kwaad zou doen omdat hij al had gegeten, leek de jongen zich weer wat bedreigd te voelen. Adiran ging liggen, waardoor hij wat weg had van een broedende feniks, en hij hield zijn hoofd wat schuin. Het was niet zijn bedoeling geweest om bedreigend over te komen. Integendeel, hij probeerde juist vriendelijk te zijn tegenover deze twee wezens. Was zijn woordkeuze dan toch niet goed geweest? De draak hoorde dat de jongen iets zei, maar hij zei het zo zacht dat Adiran het niet goed had kunnen verstaan. Wat het ook was geweest, het leverde de jongen een blik op van de Raiju. Adiran wist niet precies wat er aan de hand was, maar hij had het gevoel dat de jongen nog niet uitgepraat was.

“Als je ons niet aanvalt, doen wij jou ook niets. Gesnopen?” sprak de jongen, dit keer luid genoeg voor Adiran om te kunnen verstaan. De draak zou geglimlacht hebben als hij beweeglijke lippen had in plaats van een harde bek, waardoor hij toch al leek te glimlachen. “Maak je maar geen zorgen, ik zal jullie geen kwaad doen,” antwoordde Adiran zangerig. Hij liet zijn hoofd zakken en legde zijn kin op de grond om wat te rusten, terwijl hij nog steeds in de richting van de twee wezens keek. Hij hoopte dat de raiju hem nu ook wat meer zou vertrouwen, aangezien hij geen zin had in een gevecht met het wezen. Ook al was Adiran groot – zijn hoofd was al net zo lang als een mens –, hij wilde het toch niet riskeren om tegen een raiju te moeten vechten. Die wezens hadden elektrische krachten, waar een waterdraak zoals Adiran echt niet tegenop kon. Nee, hij was echt niet van plan om deze twee wezens aan te vallen. Hij was hier alleen maar gekomen om wat te rusten, maar hij kon ondertussen best een gesprek voeren. Tenminste, als de jongen en de raiju iets zouden zeggen.
Terug naar boven Ga naar beneden
Gesponsorde inhoud





Growth Empty
BerichtOnderwerp: Re: Growth   Growth Icon_minitime

Terug naar boven Ga naar beneden
 
Growth
Terug naar boven 
Pagina 1 van 1

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Fanterria :: Fantasonia :: Notoko :: Everlasting Forest-
Ga naar: